1. Bijvoeglijke naamwoorden hebben geen speciale vrouwelijke en meervoudsvormen. Ze kunnen vóór of achter het zelfstandig naamwoord staan. Korte bijvoeglijke naamwoorden zoals bon, belle, breve, mal, multe, grande, longe, parve worden gewoonlijk voorgeplaatst. Le linguas national e le lingua international Le immediate arrestation del assassinator = De onmiddellijke arrestatie van de moordenaar Multe personas Un parve infante Un belle rosa 2. Zelfstandig gebruikt kunnen bijvoeglijke naamwoorden de uitgang -(e)s van het meervoud krijgen. Es istos copias del original ? = Zijn dit copieën van het origineel ? No, istos es alteres = Nee, dit zijn andere 3. Trappen van vergelijking. plus belle = mooier le plus belle = het mooist goed: plus bon (of) melior beter le plus bon (of) optime best groot: plus magne (of) major groter le plus magne (of) maxime grootst slecht: plus mal (of) pejor slechter le plus mal (of) pessime slechtst klein: plus parve (of) minor kleiner, minder le plus parve (of) minime kleinst, minst BIJWOORDEN 1. Bijwoorden kunnen worden afgeleid van bijvoeglijke naamwoorden door achterplaatsing van -mente. Achter bijvoeglijke naamwoorden op -c plaatst men -amente. facile (gemakkelijk) - facilemente natural (natuurlijk) - naturalmente energic (energiek) - energicamente 2. Als er twee bijwoorden achter elkaar worden gebruikt, is het niet noodzakelijk -(a)mente te herhalen. Ille travalia rapide- e exactemente = Hij werkt snel en nauwkeurig 3. Er zijn een aantal bijwoorden die ook kunnen worden afgeleid met de uitgang -o, zoals: multe (veel) - multo juste (juist) - justo bellissime (heel mooi) - bellissimo 4. Vele bijwoorden worden niet afgeleid van bijvoeglijke naamwoorden, zoals: ancora (nog), forsan (misschien), semper (altijd), hic (hier), quando (wanneer), non (niet), etc. TELWOORDEN 1. Hoofdtelwoorden. 0 zero 1 un 11 dece-un - undece 21 vinti-un 2 duo 12 dece-duo - duodece 22 vinti-duo 3 tres 13 dece-tres - tredece 30 trenta 4 quatro 14 dece-quatro - quattuordece 40 quaranta 5 cinque 15 dece-cinque - quindece 50 cinquanta 6 sex 16 dece-sex - sedece 60 sexanta 7 septe 17 dece-septe 70 septanta 8 octo 18 dece-octo 80 octanta 9 novem 19 dece-novem 90 novanta 10 dece 20 vinti/viginti 100 cento duizend = mille miljoen = million miljard = milliardo 8 765 432 019 = octo milliardos septe centos sexanta-cinque milliones quatro centos trenta-duo milles e dece-novem 2. Rangtelwoorden. 1-ste prime 5-de quinte 9-de none 13-de dece-tertie 2-de secunde 6-de sexte 10-de decime 14-de dece-quarte 3-de tertie 7-de septime 11-de dece-prime 15-de dece-quinte 4-de quarte 8-ste octave 12-de dece-secunde 16-de dece-sexte De overige rangtelwoorden worden afgeleid van de overeenkomstige hoofdtelwoorden met behulp van het achtervoegsel -esime. 30-ste = trentesime 100-ste = centesime 1000-ste = millesime Ook komen voor: 11-de = undecime 12-de = duodecime 13-de = tredecime 14-de = quattuordecime 15-de = quindecime 16-de = sedecime 3. Breuken. ½ = un medietate 1/3 = un tertie parte = un tertio ¼ = un quarte parte = un quarto 2/5 = duo quinte partes = duo quintos 13/20 = dece-tres (tredece) vintesime partes = dece-tres (tredece) vintesimos VRAAGZINNEN Er zijn drie manieren om een zin vragend te maken: 1. Door intonatie : Vos non vole venir? 2. Door inversie : Non vole vos venir? 3. Door voorplaatsing van esque : Esque vos non vole venir? |